start

Wat houdt het leerplan in?

hoofdstructuur
Voor elke finaliteit voorziet het leerplan secundair onderwijs een groeimatrix, samengesteld uit groeilijnen.

Binnen elk themaveld worden voor de vijf procesdoelen specifieke groeilijnen geformuleerd, die de leerplandoelstellingen competentiegericht omschrijven.

Jaarwerkplan

De negen themavelden vormen de basis voor het uitwerken van een jaarwerkplan. De eerste vier themavelden vormen het kerncurriculum en zijn verplicht op te nemen voor iedere klasgroep:

  • themaveld 1: identiteit [specifiek voor SO]
  • themaveld 2: vrijzinnig humanisme
  • themaveld 3: samenleven, democratie en burgerschap
  • themaveld 4: een waaier van levensbeschouwingen: identiteit in dialoog

In de keuze van de andere vijf heeft de leerkracht een zekere vrijheid. De geschikte combinatie hangt af van waar de leerlingen staan wat betreft hun kennis, vaardigheden en attitudes, wat kan worden ingeschat a.d.h.v. de rubrieken (rubrics) bij ieder themaveld. Voor het opstellen van jaarwerkplannen overlegt de leerkracht met collega’s van andere jaren of graden. Het uiteindelijke beoogde doel is dat de leerling in het laatste jaar voor alle themavelden het ‘expert’-niveau weet te behalen.

Opbouw van de les(reeks)

Voor ieder themaveld staan in de groeilijnen voor iedere graad enkele concrete onderwerpen of thema’s waarrond aan een of meer competenties gewerkt kan worden. Bij interessante materialen vindt de leerkracht de nodige bronnen om zich daar inhoudelijk in te verdiepen [volgt nog]. Alle moeilijke begrippen in het leerplan worden ook toegelicht in de verklarende begrippenlijst [idem].

Het staat de leerkracht vrij om binnen de context van de graad andere of extra onderwerpen te behandelen. De keuze daarin maakt de leerkracht steeds in functie van de procesdoelen en groeilijnen die bij de leerlingen nog verder ontwikkeld moeten worden. Wat de procesdoelen inhouden vindt de leerkracht bij kompas, en bij ieder themaveld vindt hij of zij ook didactische wenken en richtvragen die kunnen helpen bij de voorbereiding van de lessen.

Een goed stappenplan voor een les(reeks) NCZ is het HOKE-model: herkennen (van het onderwerp/probleem/thema), onderzoeken, kiezen, evalueren. Het verzekert dat de les wel een kennisbasis zal hebben, maar ook dat de procesdoelen aan bod komen. Afhankelijk van aan welke procesdoelen men wil werken, kan men binnen het model met werkvormen en tijdsbesteding een klemtoon leggen op de meest geschikte fase: herkennen en kiezen – leren moreel oordelen en humaniseren; onderzoeken – autonomie; evalueren – verantwoordelijkheid leren nemen en leren zingeven. Voor een les van 50 minuten focust de leerkracht best op niet meer dan twee procesdoelen.

De voorbereiding van de les(reeks) zal steeds het thema, de gekozen procesdoelen en de competenties bevatten. Op basis daarvan formuleert de leerkracht per les (enkele) lesdoelen die hij of zij ook evalueert. Was de nodige kennisbasis, waarvoor we vaak steunen op andere onderwijsvakken, onvoldoende aanwezig bij aanvang van de les, dan kan de leerkracht, na deze te hebben verwerkt, die zeker mee evalueren via kennis- en inzichtvragen. De componenten vaardigheid en attitudes kan hij of zij evalueren met geschikte opdrachten of toepassingsvragen, en wil hij of zij de mening van de leerling evalueren dan kan dit door deze af te toetsen aan het kritisch denken en de mensenrechten.

Alle concrete afspraken en verwachtingen vindt de leerkracht ook terug in de deontologische richtlijnen voor de leerkracht NCZ (DRL).

lees meer over
start
geen relevante artikels gevonden