begrippenlijst

Imperialisme

Het begrip imperialisme is een bekende term uit de Europese geschiedenis in de 19de en 20ste eeuw.

De term imperialisme is afkomstig van imperium (Latijn), wat ‘rijk’ betekent. Een bekend voorbeeld van een imperialistisch rijk was in de Oudheid het Romeinse Rijk, het Imperium Romanum. Een definitie van het begrip imperialisme is: het streven van een staat naar sterke uitbreiding van zijn grondgebied in andere delen van de wereld.

Hierbij gaat het om het uitbreiden van het territorium van het eigen rijk door veroveringen en het besturen van die overwonnen territoria. Op deze manier van wordt de eigen invloed van de staat vergroot.

Eerste fase: kolonialisme (1500-1800)

Het imperialisme begon in de late Middeleeuwen met de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus. Hierna vestigden Europese landen als Portugal, Spanje, Engeland, de Nederlanden en Frankrijk tal van handelsposten in overzeese gebiedsdelen. Het primaire doel in deze fase was niet om de gekoloniseerde gebieden in te nemen als uitbreiding van het eigen rijk, maar puur om er economische winst uit te halen (ofwel economische uitbuiting). Daarom werden er hoofdzakelijk handelsposten gesticht en vond er meestal op een beperkte schaal migratie naar de kolonies plaats.

Kenmerkend voor de tijd van het kolonialisme was de opkomst van de zogeheten Trans-Atlantische Driehoekshandel, waarbij Europeanen met wapens en luxeproducten slaven opkochten in Afrika, die naar Amerika verscheepten en op de plantages lieten werken en vervolgens de opbrengsten (koffie, tabak, thee) naar Europa verscheepten.

Tweede fase: imperialisme (1800-1960)

Een tweede fase is die van het imperialisme. Hierbij gingen Europese mogendheden andere gebieden echt innemen en die landen hun politieke structuur en cultuur opleggen. Handelsposten werden aangevuld met bestuurscentra, scholen, enz. Het doel van dit imperialisme, dat onder invloed van het nationalisme vooral in de 19de en vroege 20ste eeuw een hoge vlucht nam, was het vergroten van het eigen territorium en uitbreiding van de eigen machtssfeer.

Na de Eerste Wereldoorlog was het gedaan met de grote rijken – zo vielen Rusland, het Ottomaanse-Rijk en Oostenrijk-Hongarije uiteen – en verloor het imperialisme aan kracht. Na de Tweede Wereldoorlog boette het imperialisme helemaal aan kracht in, onder invloed van de naoorlogse dekolonisatie. Het begrip imperialisme duidde vanaf toen minder op machtspolitiek en kreeg een sterkere culturele en economische lading.

bronnen

https://historiek.net/

begrippenlijst