begrippenlijst

Verlichting

Het Verlichtingshumanisme vindt haar oorsprong in de 18deeeuw (of eerder in de overgang van de 17de naar de 18deeeuw), het tijdperk waarin de natuurlijke rechten van de mens (leven, vrijheid en bezit) centrale elementen worden in het politieke wereldbeeld en waarin de wetenschappelijke rede de hoogste status bekleedt in het intellectuele discours [N. ALONI]. Hoezeer de Verlichtingsdenkers ook verschillenden van elkaar, de noodzaak van een ‘wetenschap van de mens’ verbond hen met elkaar.[S. PINKER] Zij verbonden de grote menselijke bekwaamheden met het kennen en begrijpen van de menselijke beperkingen (waaronder het geloof).

Zo kent de Verlichting een kritische en een constructieve zijde. De kritische zijde bekritiseert geïnstitutionaliseerd geloof en onredelijkheid. De (humanistische) constructieve kant gaat over het zoeken naar nieuwe kennis, vooral wetenschappelijke kennis, en naar nieuwe samenlevingsvormen met als idealen rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten.

Tolerantie voor ideeën en strijd tegen onderdrukking zijn twee kernwaarden van de Verlichting. Beide elementen komen naar voren in het magnus opus van de Verlichting: de Encyclopédie of beargumenteerd woordenboek van de wetenschappen, kunsten en beroepen (1751-1772/80) onder redactie van Dennis Diderot en Jean D’Alembert. De Encyclopédie was bedoeld om alle tot dan toe beschikbare menselijke kennis te verzamelen.

Het meest karakteristieke van de Verlichting is dat ze een einde wilde maken aan alle vooroordelen. Met behulp van het autonoom kritisch denken werd de strijd aangegaan tegen twee soorten van vooroordelen: enerzijds de vooroordelen die te wijten zijn aan onze te snelle gevolgtrekkingen en die vooroordelen die hun basis vinden in gezagsargumenten (en gehoorzaamheid aan het gezag) anderzijds. De strijd tegen de tweede categorie van vooroordelen was de strijd tegen traditionele autoriteiten en tegen de traditie zelf. Tegenover de heteronomie van de traditie kwam de autonomie van de rede te staan.    

Ook in het denken over opvoeding werd het belang geïntroduceerd en beklemtoond van autonoom en kritisch denken, weg van het slaafs aanvaarden en het niet-kritisch memoriseren van geloofsinhouden [N. ALONI].

Woorden als ‘Verlichting’ en ‘verlichten’ duiden op een dynamiek of een beweging. In het tijdperk van de Verlichting veranderde de wereld voortdurend en vooral de nieuwe natuurkundige ontdekkingen en technische en medische ontwikkelingen vergrootten het vertrouwen in de toekomst. De verlichte mens was daarom optimistisch en geloofde in een maakbare wereld.

Centrale trefwoorden voor de tendens van het verlichte denken zijn kritiek, autonomie (door Kant omschreven als mondigheid), redelijkheid, tolerantie (zie bij Lessing, Spinoza, Voltaire) en humaniteit (geluk voor iedereen).

bronnen

Aloni, N., Enhancing Humanity. The Philosophical Foundations of Humanistic Education. Springer, 2007

Pinker, S., Verlichting nu. Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang. Atlas Contact, 2018

https://humanistischecanon.nl/venster/verlichting/

begrippenlijst