Postconventioneel denken
Na het preconventionele stadium (gericht op eigen belang, het niveau van straf versus beloning), gevolgd door het conventionele stadium (gericht op wat de samenleving/anderen goed vinden), volgt het laatste stadium in de ontwikkeling van het morele denken waarin het kind in staat is om zelf het gedrag te bepalen aan de hand van morele principes (ontleend aan de filosofie van Kant), gericht op een eigen waardenschaal en wetenschappelijk geïnformeerd: het postconventionele stadium.
De terminologie doet een beroep op de opvattingen van Piaget en Kohlberg over de ontwikkeling van het kind, die later werden aangevuld met de kritiek van Gilligan op de eenzijdig mannelijk benadering bij het empirische onderzoek van de morele dilemma’s als basis voor de theorie (vrouwen willen eerst opheldering over het voorgelegde dilemma en meer informatie over de situatie en de opvattingen van de betrokkenen in het morele dilemma). Er wordt (in vele gevallen) ook belang gehecht aan de gevolgen van een handeling voor het individu zelf, voor het sociale netwerk en voor duurzame relaties.