Scharniermomenten in de geschiedenis van de arbeidersstrijd
1. Industriële revolutie: De opkomst van fabrieken en industrieën in de 19e eeuw leidde tot de vorming van een arbeidersklasse die onder slechte arbeidsomstandigheden moest werken. Dit leidde tot de opkomst van vakbonden en socialistische bewegingen die opkwamen voor de rechten van arbeiders.
2. Eerste internationale: In 1864 werd de Eerste Internationale opgericht, een organisatie die verschillende socialistische en arbeidersbewegingen over de hele wereld samenbracht. Deze organisatie had een grote invloed op de arbeidersbeweging en zorgde voor internationale solidariteit tussen arbeiders. In de meimaand van 1877 werd in Mechelen de eerste socialistische partij in België opgericht, de VSAP (Vlaamsche Socialistische Arbeiderspartij) die in 1880 overging in de BSAP (Belgische Socialistische Arbeiderspartij).
In café De Zwaan op de Grote Markt te Brussel (waar ook de Belgische afdeling van de Eerste Internationale bijeenkwam en waar Karl Marx destijds het Communistische Manifest had geschreven) vond in april 1885 een vergadering van 112 arbeiders plaats waarbij de Belgische Werkliedenpartij (BWP) werd opgericht.
In augustus daaropvolgend vond in Antwerpen het eerste BWP-congres plaats om een eisenbundel op te stellen, de belangrijkste eisen waren 'algemeen stemrecht', 'verplicht en gratis neutraal onderwijs', 'afschaffing van kinderarbeid onder de 12 jaar', een 'stelsel van sociale zekerheid' en de nationalisering van bedrijven. Hoewel het programma een reeks democratische en radicale eisen bundelde was het niet uitdrukkelijk socialistisch. Zo werd er geen socialistisch alternatief voor het kapitalisme voorgesteld. Een te radicaal programma zou de arbeiders afschrikken, een reden die ook werd aangehaald om de term socialisme niet in de partijnaam op te nemen
3. Russische Revolutie: De Russische Revolutie van 1917 leidde tot de oprichting van de Sovjet-Unie en inspireerde arbeiders over de hele wereld om in opstand te komen tegen onderdrukking en uitbuiting. Deze gebeurtenis had een grote invloed op de arbeidersbewegingen wereldwijd. Het communisme van de Sovjet-Unie heeft geleid tot mensenrechtenschendingen op grote schaal. Door haar (net als het kapitalisme) eenzijdige gerichtheid op productivisme, had het Russisch communisme ook een nefaste invloed op de landbouw en het milieu.
4. Tweede Wereldoorlog: Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog groeide de macht en invloed van de vakbonden en arbeidersbewegingen in veel landen. Arbeiders eisten betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen en meer sociale zekerheid.
5. Neoliberalisme: In de jaren 80 en 90 van de 20e eeuw werd het neoliberalisme geïntroduceerd, wat leidde tot de privatisering van veel overheidsdiensten en een afbraak van sociale voorzieningen. Dit leidde tot een terugval van de arbeidersbeweging en een afname van vakbondsrechten.
6. Mondialisering: De globalisering van de economie heeft geleid tot een grotere concurrentie tussen arbeiders over de hele wereld en heeft de positie van arbeiders verzwakt. Dit heeft geleid tot nieuwe vormen van internationale solidariteit en samenwerking binnen de arbeidersbeweging.
Vakbonden en vakverenigingen hebben door de geschiedenis heen verschillende belangrijke realisaties behaald voor werknemers. Enkele van de grootste realisaties zijn:
1. Recht op collectieve onderhandelingen: vakbonden hebben gestreden voor het recht van werknemers om collectief te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en lonen. Dit heeft geleid tot betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen voor werknemers.
2. Arbeidsveiligheid en gezondheid: vakbonden hebben zich ingezet voor wetgeving en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid en gezondheid. Dankzij de inspanningen van vakbonden zijn er nu regels en richtlijnen die de veiligheid en gezondheid van werknemers op de werkplek beschermen.
3. Sociale zekerheid: vakbonden hebben bijgedragen aan de totstandkoming van sociale zekerheidsstelsels, zoals werkloosheidsuitkeringen, ziekteverzekeringen en pensioenen. Deze sociale zekerheidssystemen bieden werknemers financiële bescherming in tijden van nood.
4. Gelijke rechten en diversiteit: vakbonden hebben gestreden voor gelijke rechten en diversiteit op de werkvloer. Dankzij hun inspanningen zijn er wetten en beleid ingevoerd die discriminatie op basis van geslacht, ras, leeftijd en andere factoren verbieden.
5. Werkweek en vakantiedagen: vakbonden hebben gevochten voor kortere werkweken en meer vakantiedagen voor werknemers.
Over het algemeen hebben vakbonden en vakverenigingen een cruciale rol gespeeld bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het beschermen van de rechten van werknemers over de hele wereld. Hun inspanningen hebben geleid tot een meer rechtvaardige en gelijkwaardige arbeidswereld.