Scheiding der machten
Het concept is schatplichtig aan de ideeën van Alexis de Tocqueville, een van de bekendste Franse politieke filosofen, die waarschuwde voor de gevaren van de democratie, namelijk de fragiele balans tussen gelijkheid en vrijheid. Te veel gelijkheid kan in een democratie volgens de denker een gevaar opleveren voor de mate van vrijheid. Daartegenover bestaat het risico dat een overvloed aan vrijheid de gelijkheid aantast, doordat de meerderheid dan op een tirannieke manier kan gaan heersen over minderheden in de samenleving. Om dit te voorkomen, was het nodig om voorzorgsmaatregelen – zogenoemde checks-and-balances – te voorzien en dit via wetgeving (met daarin absolute rechten en plichten van burgers en overheden) en via een strikte scheiding van de machten (uitvoerend, wetgevend en rechterlijk).
In België is de staatsmacht verdeeld over drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Elke macht controleert en beperkt de andere machten. Dit principe van de scheiding der machten staat echter niet uitdrukkelijk in de grondwet en is ook niet absoluut.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning. Het parlement bestaat uit twee kamers, de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De federale uitvoerende macht bestuurt het land. Ze zorgt ervoor dat de wetten in concrete gevallen worden toegepast en nageleefd. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van ministers en staatssecretarissen.
De rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken. Ze controleert ook de wettelijkheid van de daden van de uitvoerende macht.
De media worden beschouwd als de vierde macht naast de trias politica. Lobbyisten of belangengroepen en consultancybureaus of adviesbureaus worden respectievelijk de vijfde en zesde macht genoemd.